Aug 21, 2018
404
Voordat u een netwerkpoort kan gebruiken dient deze worden aangesloten op een switch. Dit wordt patchen genoemd. In dit artikel leggen we uit hoe u dit heel eenvoudig zelf kunt doen.
- Controleer het nummer van de netwerkpoort dat u wilt patchen. De nummering van de poort is meestal in de vorm van A-01 of 1-01.
- Ga nu naar de patchkast. Boven in de patchkast vindt u één of meer zwarte stroken met netwerkpoorten met de nummers 1 t/m 24 (bij uitzondering 1 t/m 48), dit zijn de patchpanelen. Het nummer uit de vorige stap, in dit voorbeeld 3-21, geeft aan welke poort we nodig hebben. In dit geval gaat het dus om poort 21 op het 3e patchpaneel.
Soms komt het voor dat de panelen zelf niet genummerd zijn. U kunt er dan vanuit gaan dat u gewoon van boven naar beneden moet tellen.
- Vanaf poort 21 van patchpaneel 3 dient er een netwerkabel te worden aangesloten op één van de switchtes.
De switches zitten meestal onder de patchpanelen. De switches hebben wel wat weg van patchpanelen, alleen hebben de switches lampjes waarmee de verbindingssnelheid wordt aangetoond en de netwerkactiviteit.
Zodra u de netwerkpoort heeft gepatcht kunt u de poort gebruiken om een computer, printer of ander netwerkapparaat op aan te sluiten.